pasnummer
- pas·num·mer
- samenstelling van pas zn en nummer zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pasnummer | pasnummers |
verkleinwoord | pasnummertje | pasnummertjes |
het pasnummer o
- identificatienummer op een persoonlijke pas, zoals een betaal- of abonneepas
- Het pasnummer is te vinden op de OBA-pas.[1]
- Het woord 'pasnummer' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "pasnummer" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Hoe wijzig ik de adresgegevens van mijn OBA-lidmaatschap?, oba.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be