parkour
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- par·kour
Zelfstandig naamwoord
het parkour o
- een risicosport met het doel grenzen te verleggen
Vertalingen
1. een risicosport met het doel grenzen te verleggen
Gangbaarheid
- Het woord 'parkour' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.