parkeerwachter
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- par·keer·wach·ter
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van parkeer ww en wachter
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | parkeerwachter | parkeerwachters |
verkleinwoord | parkeerwachtertje | parkeerwachtertjes |
Zelfstandig naamwoord
de parkeerwachter m
- (ordehandhaving) (beroep) lid van de dienst die parkeerterreinen bewaakt en controleert of het parkeergeld is betaald, parkeerwacht
Verwante begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord parkeerwachter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.