Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • par·keer·po·li·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord parkeerpolitie -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de parkeerpolitiev

  1. (ordehandhaving) (beroep) politie die uitsluitend controle uitoefent op het naleven van parkeervoorschriften

Gangbaarheid