Nederlands

 
parasolmier
Uitspraak
Woordafbreking
  • pa·ra·sol·mier
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord parasolmier parasolmieren
verkleinwoord parasolmiertje parasolmiertjes

Zelfstandig naamwoord

de parasolmierv / m

  1. (vliesvleugeligen) Atta colombica   bladerknippende en -kauwende mier zo genoemd omdat het afgeknipte blad als een parasol naar het nest wordt gedragen waarna ze wordt fijngekauwd en gebruikt als voedingsbodem voor een schimmel
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie