knoopmieren
- Geluid: knoopmieren (hulp, bestand)
- (IPA in voorbereiding)
- knoop·mie·ren
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | knoopmieren | |
verkleinwoord |
de knoopmieren mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord knoopmier
- meervoudsvorm als officiële benaming (vliesvleugeligen) Myrmicinae een onderfamilie van mieren, waartoe ongeveer 140 geslachten worden gerekend. Tijdens de verpopping wordt er bij soorten uit deze onderfamilie geen cocon aangemaakt, en sommige van de soorten hebben een werkende angel. Deze soorten maken permanente nesten onder de grond, in rottend hout, onder stenen of in bomen
- artismier, Aziatische faraomier, behaarde slankmier, behaarde zaadmier, bladsnijdermier, bladsnijdersmier, blauwbaarddikkop, boomslankmier, bosslankmier, bossteekmier, bruine schorpioenmier, bruine zaadmier, diefmier, dwergvuurmier, dwergzaadmier, Engelse drentelmier, faraomieren, gele dikkop, gele faraomier, gele zaadmier, gewone dikkop, gewone drentelmier, gewone steekmier, gladde slankmier, glanzende gastmier, glimmende dikkop, hartknoopmieren, heidesteekmier, indodikkop, kalme steekmier, kleine faraomier, kleine steekmier, kokergaststeekmier, kokersteekmier, Kutters gaststeekmier, lepelsteekmier, mediterrane schorpioenmier, moerassteekmier, mosslankmier, ninja faraomier, oogstmier, oprolmier, Pacifische zaadmier, parasolmier, ribbelzaadmier, rode maaimier, rode schorpioenmier, rode vuurmier, rotsslankmier, ruige gaststeekmier, sabelmier, schildpadmier, slankmieren, steekmieren, steenslankmier, stengelslankmier, tropische slankmier, tweekleurige hartknoopmier, veensteekmier, vuurmieren, woekermier, zandsteekmier, zeggensteekmier, zwartbandslankmier, zwarte zaadmier
- Het woord 'knoopmieren' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.