gele faraomier
- (IPA in voorbereiding)
- ge·le fa·rao·mier
- verbinding van gele en faraomier
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gele faraomier | gele faraomieren |
verkleinwoord | geel faraomiertje | gele faraomiertjes |
- (vliesvleugeligen) Monomorium pharaonis een mier die oorspronkelijk uit de tropen komt, maar door handel over een groot deel van de wereld verspreid is. Gele faraomieren zijn sociale insecten die in staten leven. Gele faraomieren zijn polygyn wat inhoudt dat er meerdere koninginnen (2 tot 400) per kolonie aanwezig zijn. Daarnaast zijn er ook zo'n 1000 tot 2500 werksters per kolonie. De werksters zijn 2,2 tot 2,6 mm lang, ze zijn bruingeel en hebben een donker achterlijf. Koninginnen worden tussen de 3,5 en 4,8 mm lang, zijn bruingeel en hebben een donkere kop. De mannetjes zijn donkerbruin van kleur met lichtgele poten en antennes. Ook hebben mannetjes vleugels. Gele faraomieren hebben geen soldaatkaste en de poppen zijn naakt en wit van kleur. In tegenstelling tot de meeste mierensoorten hebben gele faraomieren geen herkenning van nestgenoten, dus kunnen kolonies dicht bij elkaar leven zonder elkaar aan te vallen
- Het woord 'gele faraomier' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.