parallellie

Nederlands

parallellie

Uitspraak

• Geluid:  parallellie    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• pa·ral·lel·lie

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van parallel met het achtervoegsel -ie

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	parallellie	parallellieën
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de parallellie v

1. het evenwijdig aan elkaar lopen van lijnen of vlakken

   • Parallellie schrijf je met twee maal twee l'en die parallel aan elkaar lopen. 

2. (figuurlijk) van zaken dat ze op een bepaalde manier erg veel op elkaar lijken terwijl ze toch heel verschillend zijn

   • Vijfentwintig jaar later vertaalde Dros (79) nu ook de Ilias. Ik zag tot nu toe vooral positieve beoordelingen, en lomp of infantiel kun je haar werkstuk van geen kanten noemen. Mij vielen structureel vooral twee dingen op. Eén: Dros schuwt afwisseling van stijlniveaus niet. Vlotte (Noord-Nederlandse) wendingen, vooral in de gesproken stukken, staan elders statigheid niet in de weg. Agamemnon die een speech begint met ‘Ook wat moois!’: het verrast. Je kunt Dros’ keuzes ‘stijlbreuken’ noemen, of in een optimistische bui ‘dynamisch’. Twee: Dros kiest opnieuw voor wat zij de hexameter noemt, een verssoort die je in het Nederlands alleen in Homerosvertalingen aantreft. De parallellie met het origineel die dat suggereert is vals: Homeros’ Griekse en Dros’ Nederlandse hexameters hebben behalve hun lengte niet veel met elkaar gemeen.  
   • Niettemin liet Vonk zich onlangs opnieuw van haar hysterische kant zien. NRC Handelsblad (wie anders) publiceerde op 21 augustus een opiniestuk waarin ze het lot van de dieren in de bio-industrie bloedserieus vergeleek met dat van de Joden tijdens de Holocaust - een parallellie die van zoveel academische denkluiheid getuigt dat je nauwelijks weet waar te beginnen.  

Synoniemen

• [2] parallellisme, equivalentie, overeenkomst

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Gangbaarheid

• Het woord parallellie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.