paradijsvis
- Geluid: paradijsvis (hulp, bestand)
- (IPA in voorbereiding)
- pa·ra·dijs·vis
- samenstelling van paradijs zn en vis zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | paradijsvis | paradijsvissen |
verkleinwoord | paradijsvisje | paradijsvisjes |
de paradijsvis m
- (straalvinnigen) Macropodus opercularis vis die oorspronkelijk voorkomt in Oost-India, Maleisië en Java en die in aquaria wordt gehouden
- echte goerami's, labyrintvisachtigen, baarsachtigen, stekelvinnigen, beenvissen, straalvinnigen, beenvisachtigen, gewervelden, chordadieren, dieren
- Het woord 'paradijsvis' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.