papilvissen
- Geluid: papilvissen (hulp, bestand)
- (IPA in voorbereiding)
- pa·pil·vis·sen
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | papilvissen | |
verkleinwoord |
de papilvissen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord papilvis
- meervoudsvorm als officiële benaming (straalvinnigen) een familie Rondeletiidae van straalvinnige vissen uit de orde van walviskopvissen (Cetomimiformes )
- Het woord 'papilvissen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.