• [zelfst. naamw.] Van het Spaanse palabra.
  • [werkwoord] Werkwoordelijke afleiding van het zelfstandig naamwoord.
enkelvoud of
impliciet meervoud
expliciet meervoud
  palabra     palabranan  

palábra

  1. woord
stamtijd
onbepaalde wijs onvoltooid
deelwoord
voltooid
deelwoord
palabra

palabrando
palabrandu
palabra

klasse 1 volledig

palabrá

  1. afspreken
  • Schrijfwijze op Bonaire en Curaçao: palabrá.


enkelvoud meervoud
palabra palabras

palabra v

  1. (taalkunde) woord
    «Los hablantes mudan el valor de las palabras y de las expresiones.»
    De sprekers veranderen de waarde van woorden en uitdrukkingen.
  2. spraakvermogen
  3. recht van spreken
  4. toespraak
  5. (informatica) woord

¡Palabra!

  • Erewoord!