pagodespreeuw
- (IPA in voorbereiding)
- pa·go·de·spreeuw
- samenstelling van pagode zn en spreeuw zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pagodespreeuw | pagodespreeuwen |
verkleinwoord | pagodespreeuwtje | pagodespreeuwtjes |
- (zangvogels) Sturnia pagodarum een spreeuwensoort uit het geslacht Sturnia , een geslacht van zangvogels uit de familie spreeuwen (Sturnidae). De soorten uit dit geslacht worden ook wel geplaatst in het geslacht Sturnus . Een studie uit 2008 wees echter uit dat Sturnus dan een polyfyletische groep vormde en dat daarom plaatsing in een eigen geslacht Sturnia meer voor de hand ligt
- Het woord 'pagodespreeuw' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.