• pad·la

padla o

  1. (spreektaal) einde (meestal in betrekking tot een arbeidscontract)

padla

  1. vrouwelijk derde persoon enkelvoud verleden tijd van het perfectieve werkwoord padnout
  2. onzijdig derde persoon meervoud verleden tijd van het perfectieve werkwoord padnout
  3. vrouwelijk enkelvoud actief deelwoord van het perfectieve werkwoord padnout
  4. onzijdig meervoud actief deelwoord van het perfectieve werkwoord padnout