paddenstoeluil
- (IPA in voorbereiding)
- pad·den·stoel·uil
- samenstelling van paddenstoel zn en uil zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | paddenstoeluil | paddenstoeluilen |
verkleinwoord | paddenstoeluiltje | paddenstoeluiltjes |
de paddenstoeluil m
- (vlinders) Parascotia fuliginaria een nachtvlinder uit de familie van de spinneruilen (Erebidae). De vlinder heeft een voorvleugellengte van 11 tot 14 millimeter. De imago wordt vaak aangezien voor een spanner doordat de vleugels in rust gespreid tegen de achtergrond worden gehouden, zoals veel spanners dat doen. De soort overwintert als rups. De soort komt verspreid over Europa voor
- Het woord 'paddenstoeluil' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.