overzienbaar
- over·zien·baar
- Naamwoord van handeling van overzien met het achtervoegsel -baar
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | overzienbaar | overzienbaarder | overzienbaarst |
verbogen | overzienbare | overzienbaardere | overzienbaarste |
partitief | overzienbaars | overzienbaarders | - |
overzienbaar
- door een goed overzicht kunnen de omvang, de gevolgen etc. eenvoudig worden ingeschat
- In die onwetendheid zit het zwakke punt. Wie in de wetenschap zoiets voorstelt moet aan zware eisen voldoen: de proefpersonen dienen geïnformeerd te zijn, ook over de risico’s, die overzienbaar en beheersbaar moeten zijn. Wat deze webdiensten uithalen gaat ver over deze schreef. [1]
1. door een goed overzicht kunnen de omvang, de gevolgen etc. eenvoudig worden ingeschat
- Het woord overzienbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ NRC 5 augustus 2014