overste
- over·ste
- In de betekenis van ‘aanspreektitel van een luitenant-kolonel; in België: meerdere in rang’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1588 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | overste | oversten |
verkleinwoord | - | - |
de overste m
- iemand die de hoogste leiding van iets heeft
- De overste besloot hieraan niet mee te werken.
- (religie) het hoofd van een abdij of mannenklooster
- (militair) een rang in het leger
- [2]: abt, prior
- [3]: luitenant-kolonel
- Het woord overste staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "overste" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "overste" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be