overlevingsinstinct

  • over·le·vings·in·stinct
enkelvoud meervoud
naamwoord overlevingsinstinct overlevingsinstincten
verkleinwoord - -

het overlevingsinstincto

  1. instinct dat elk levend wezen heeft om te trachten hoe dan ook te overleven
  2. (figuurlijk) aanleg van iemand om zich uit een moeilijke situatie te redden
     Tijdens de zitting voelde hij zich voornamelijk heen en weer gejaagd tussen paniek en vertwijfeling, af en toe met een leeg hoofd, alsof hij alleen op een soort overlevingsinstinct had gedraaid.[1]
  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044633535