overkapping van een perron
  • over·kap·ping
enkelvoud meervoud
naamwoord overkapping overkappingen
verkleinwoord overkappinkje overkappinkjes

de overkappingv

  1. (bouwkunde) een dak hebbend maar geen muren, vooral van een station
    • Omdat de zijkanten en de voor- en achterkant van de overkapping open zijn, oordeelden de inspecteurs in het verleden dat roken buiten de bars en restaurants maar op het Handelsterrein toegestaan is. „Dat is plotseling veranderd”, zegt ondernemer Hans van Wijk, eigenaar van feestzaalverhuur Eethiek. [2] 
99 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[3]