overgankelijk werkwoord

  • over·gan·ke·lijk werk·woord
enkelvoud meervoud
naamwoord overgankelijk werkwoord overgankelijke werkwoorden
verkleinwoord overgankelijk werkwoordje overgankelijke werkwoordjes

het overgankelijk werkwoordo

  1. (grammatica) een werkwoord dat vergezeld wordt door een lijdend voorwerp in een zin, dat gewoonlijk in de lijdende vorm het onderwerp kan worden
    • Er zijn maar heel weinig zinnen in het Fins met een overgankelijk werkwoord.