• over·er·ving
enkelvoud meervoud
naamwoord overerving overervingen
verkleinwoord

de overervingv

  1. (biologie) overdracht van eigenschappen aan nageslacht via het erfelijk materiaal
     'Hij hechtte zo'n overdreven belang aan biologische overerving dat hij leek te denken dat vrijwel elke persoonlijkheidstrek daardoor kon worden verklaard.[2]
     "Onze grootste vijand is dat we etnisch vernietigd worden. Dat is er gaande. We zitten gewoon in een oorlog. Of we overleven, of we overleven niet." Hegedüs zegt "een etnostaat van etnische Nederlanders" voor te staan en wil dat het Nederlanderschap alleen nog te verkrijgen is door overerving.[3]
  2. (juridisch) verkrijging van iets door een erfenis
     Het aantal bladzijden (1200), de hoeveelheid miniaturen (100) en de grote variëteit in gebeden maken het uniek. Maar toen de hoogleraar Nederlandse taal en cultuur het handschrift jaren geleden wilde raadplegen in de staatsbibliotheek van Berlijn (het is daar door overerving terechtgekomen) bleek dat onmogelijk.[4]
  3. (informatica) beschikbaarheid van de gegevensstructuren en functies van een bepaald type object in de typen die daar weer van worden afgeleid (in objectgeoriënteerde programmeertalen)
     Een van de grootste voordelen van het gebruik van objectgeoriënteerd programmeren is overerving - de manier waarop een object gedragingen en attributen van andere, soortgelijke objecten kan erven.[5]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Lulu Miller
    “Waarom vissen niet bestaan” (2023), Lebowski Publishers  , ISBN 9789048867325
  3.   Weblink bron “Nieuwe lijsttrekker PVV Rotterdam weg, racistische uitspraken opgedoken” (15 december 2017), NOS
  4.   Weblink bron “Rachel de Meijer” (13 oktober 2018), NOS
  5.   Weblink bron
    R. Cadenhead
    “Java 2 in 24 uur” (2003), Pearson Education, Amsterdam, ISBN 9789043007429, p. 162