overdijken
- [A]: Geluid: óverdijken (hulp, bestand)
- IPA: / ˈoverˌdɛikə(n) / (4 lettergrepen)
- [B]: Geluid: overdíjken (hulp, bestand)
- IPA: / ˌoverˈdɛikə(n) / (4 lettergrepen)
- over·dij·ken
- [A] zn: overdijk zn met de uitgang -en
- [A] ww: samenstelling van over bw en dijken ww [1]
- [B] ww: samenstelling van over bw en dijken ww [2]
de [A] óverdijken mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord overdijk
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
overdijken |
dijkte over |
overgedijkt |
zwak -t | volledig | [A] |
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als werkwoord
[A] óverdijken
- overgankelijk (waterbeheer) (van een plas of ander waterlichaam) doorsnijden met een dam van de ene naar de andere kant
- ▸ ⧖ Later, naarmate samenwerking en organisatie verbeterden, werden de kreken overgedijkt en grootere gebieden binnen één ring besloten.[4]
- ▸ ⧖ Neen, in zulk een klein deel, als hij teekent, zouden niet de groote vloed- en ebstroomen ontstaan zijn, die het toen onmogelijk maakten en zelfs thans moeilijk zouden maken, om ze te overdijken.[5]
- overgankelijk (waterbeheer) (van uitgaven aan een waterkering) meer uitgeven dan bij een eerdere verdeling van kosten was vastgesteld
- [1] afdammen
- [2] onderdijken
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
overdijken |
overdijkte |
overdijkt |
zwak -t | volledig | [B] |
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als werkwoord
[B] overdíjken
- overgankelijk (waterbeheer) (met betrekking tot waterkering aan de overzijde van een rivier) overtreffen in hoogte, zodat de dijk aan de andere zijde eerder overstroomt en de eigen dijk behouden blijft
- ▸ ⧖ Spr. releveert nog terloops de moedwillige insnijdingen in 1672 gemaakt om het leger der Franschen te keeren en die, door de Franschen uit weerwraak gedaan in den dijk beneden Vreeswijk en komt dan tot de verschillende, elkaar opvolgende versterkingen en verhoogingen van de dijken om stil te staan bij de laatste in 1880 en volgende jaren tot uitvoering gekomen, toen de Noorder-Lekdijk belangrijk werd verhoogd en versterkt en waardoor de Zuiderdijk op zijn beurt weder overdijkt is.[6]
- ▸ ⧖ Wij hebben een gelijksoortigen toestand bij sommige onzer rivieren, welker dijken aan beide oevers onder verschillende besturen staan: dan gaat men aan het overdijken. Aan die zijde n.l. waar de dijk het hoogst en het zwaarst is, heeft men het genoegen het water te zien overloopen naar de overzijde. Maar dat weet men aan de overzijde ook wel en vandaar, dat men wederkeerig aan die overzijde ook weer gaat ophoogen en verzwaren, en omgekeerd, totdat... men de dijken bedorven heeft, door ze te zwaar te maken voor den ondergrond waarop zij rusten.[7]
- ▸ ⧖ (…) omdat dit al lichtelijk kan leiden tot den zoogenaamden ‘waterkrijg’, waarin de tegenover elkander liggende dijks-besturen beurtelings trachten elkander te ‘overdijken’, (…)[8]
- overgankelijk (waterbeheer) (met betrekking tot grond langs een waterkering) bedekken met materiaal om een waterkering uit te breiden
- ▸ De beschikking over te overdijken grond zal men af gezien van buitengewone omstandigheden bij gebreke van minnelijke schikking moeten verkrijgen krachtens de Onteigeningswet (artt. 62 t/m 64) of de Wet tot opheffing van privaatrechtelijke belemmeringen, in welke wetten mede de schadevergoeding geregeld is.[9]
- ▸ ⧖ Het overdijken en verzwaren met Amsterdamsche Klei van 420 ellen Dijks, van den Banne van Wormer, in 't zuidoost, en het aandijken van 165 ellen omtrent den Poelmolen en Oostknollendam, aan verse Parken, doch te besteden in een perceel.[10]
- Het woord 'overdijken' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron De koningin rijdt door velden en dreven : Een tocht door landelijk Amsterdam in: Deli Courant, jrg. (18 juni 1937), Deen, Medan, 10 (blad 3 p. 2) kol. 5
- ↑ Weblink bron J.W. ThierryDe huidige beteekenis der Zuiderzeewerken in: Leiding., jrg. 2 nr. 3 (15 mei 1931), C.A. Mees, Santpoort, p. 106
- ↑ Weblink bron Ramaer, Johan C.“De vorming van den Dollart en de terpen in Nederland, in verband met de geographische geschiedenis van ons polderland” (1909), E.J. Brill, Leiden, p. 26
- ↑ Weblink bron De Noorder Lekdijk in: Delftsche Courant, jrg. 65 nr. 216 (14 september 1906), J.H. Molenbroek, Delft, p. 2 kol. 3
- ↑ Weblink bron Oorlog of vrede? (8 januari 1888) in: Franeker Courant, jrg. 33 nr.3, blz. 1 kol. 1
- ↑ Weblink bron J. RöellBibliographisch album. : De Noorder-Lekdijk bovendams, en de doorsteking van den Zuider-Lekdijk bij Culemborg, 1803-1813. in: De Gids., jrg. 45 deel 2 nr. 5 (mei 1881), P.N. van Kampen & zoon, Amsterdam, p. 358
- ↑ Weblink bron Commissie ingesteld bij besluit van Gedeputeerde Staten der Provincie Gelderland van 16 november 1927, n°. 75.“Herziening Rivierpolderreglement.”, p. 127 art. 296 (oud)
- ↑ Weblink bron Aanbestedingen (29 juli 1847) in: Nieuwe Rotterdamsche Courant , nr. 179, blz. 2 kol. 3