Afdamming van de haven van Spijkenisse 1975

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • af·dam·men
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
afdammen
damde af
afgedamd
zwak -d volledig

Werkwoord

afdammen

  1. overgankelijk, (waterbeheer) een water met een dam of damwand afsluiten
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

88 % van de Nederlanders;
88 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be