• ou·de·re·jaars
  • [bijvoeglijk naamwoord] samenstellende afleiding van oudere en jaar met het achtervoegsel -s
  • [zelfstandig naamwoord] (verkorting) van ouderejaarsstudent of zelfstandig gebruik van het bijvoeglijk naamwoord
stellend
onverbogen ouderejaars
verbogen *

ouderejaars

  1. een verder gevorderd studiejaar binnen een opleiding betreffend
  • Samenstellende afleidingen beginnend met een rangtelwoord en gevormd met het achtervoegsel '-s' kennen in de regel geen verbogen vorm. [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord ouderejaars ouderejaars
verkleinwoord

de ouderejaarsmv

  1. (onderwijs) bijna afgestudeerde student
  2. student, die sinds meer dan één jaar lid is van een studentenvereniging