ouderejaars
- Geluid: ouderejaars (hulp, bestand)
- IPA: / ˌɔudərə'jars / (5 lettergrepen)
- ou·de·re·jaars
- [bijvoeglijk naamwoord] samenstellende afleiding van oudere en jaar met het achtervoegsel -s
- [zelfstandig naamwoord] (verkorting) van ouderejaarsstudent of zelfstandig gebruik van het bijvoeglijk naamwoord
stellend | |
---|---|
onverbogen | ouderejaars |
verbogen | * |
ouderejaars
- een verder gevorderd studiejaar binnen een opleiding betreffend
- Samenstellende afleidingen beginnend met een rangtelwoord en gevormd met het achtervoegsel '-s' kennen in de regel geen verbogen vorm. [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ouderejaars | ouderejaars |
verkleinwoord |
de ouderejaars mv
- (onderwijs) bijna afgestudeerde student
- student, die sinds meer dan één jaar lid is van een studentenvereniging
- Het woord ouderejaars staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Combinaties met eerstegraads, tweedehands, derderangs (algemeen) op website: http://taaladvies.net; geraadpleegd 2017-05-31