• opp·ly·se
  • Afleiding van het Noorse werkwoord lyse met het voorvoegsel opp-
Naar frequentie 12036
vervoeging
onbepaalde wijs opplyse
tegenwoordige tijd opplyser
verleden tijd opplyste
voltooid
deelwoord
opplyst
onvoltooid
deelwoord
opplysende
lijdende vorm opplyses
gebiedende wijs opplys
vervoegingsklasse Klasse 2 zwak
opmerking

opplyse

  1. overgankelijk in kennis stellen, inlichten, informeren, verwittigen, voorlichten
    «Han opplyste at han kom fra Italia.»
    Hij deelde mee dat hij uit Italië kwam.
  2. overgankelijk aantoonen, beduiden


  • opp·ly·se
  • Afleiding van het Nynorske werkwoord lyse met het voorvoegsel opp-.
vervoeging
onbepaalde wijs opplyse
opplysa
tegenwoordige tijd opplyser
verleden tijd opplyste
voltooid
deelwoord
opplyst
onvoltooid
deelwoord
opplysande
lijdende vorm opplysast
gebiedende wijs opplys
vervoegingsklasse Klasse 2 zwak
opmerking

opplyse

  1. overgankelijk in kennis stellen, inlichten, informeren, verwittigen, voorlichten
  2. overgankelijk aantoonen, beduiden