• for·tel·je
  • Afleiding van het Nynorske werkwoord telje met het voorvoegsel for-.
  • Afkomstig uit het Nederduits.
vervoeging
onbepaalde wijs fortelje
fortelja
tegenwoordige tijd fortel
verleden tijd fortalde
voltooid
deelwoord
fortalt
onvoltooid
deelwoord
forteljande
lijdende vorm forteljast
gebiedende wijs fortel
vervoegingsklasse Klasse 4 zwak
opmerking

fortelje

  1. ditransitief, overgankelijk vertellen, verhalen, debiteren
    «Heldigvis har vi skriftlege kjelder som fortel om hendinga.»
    Gelukkig hebben we geschreven bronnen die over de gebeurtenis verhalen.
  2. overgankelijk verraden, verlinken