varsle
- vars·le
- Afleiding van het Noorse naamwoord varsle.
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | varsle |
tegenwoordige tijd | varsler |
verleden tijd | varslet varsla |
voltooid deelwoord |
varslet varsla |
onvoltooid deelwoord |
varslende |
lijdende vorm | varsles |
gebiedende wijs | varsl varsle |
vervoegingsklasse | Klasse 1 zwak |
opmerking |
varsle
- overgankelijk aandienen
- «Det er varslet regn.»
- Er is regen aangekondigd.
- «Det er varslet regn.»
- overgankelijk aankondigen
- «Arbeiderne har varslet streik.»
- De arbeiders hebben een staking aangekondigd.
- «Arbeiderne har varslet streik.»
- overgankelijk beduiden (orakelen)
- «Dette varsler ikke godt.»
- Dat beduidt weinig goeds.
- «Dette varsler ikke godt.»
- overgankelijk melden
- «Brannen ble varslet i 20.30-tiden fredag kveld.»
- De brand werd gemeld vrijdagavond om 20.30 uur.
- «Brannen ble varslet i 20.30-tiden fredag kveld.»
- overgankelijk voorspellen (orakelen)
- «Uglens skrik varsler ulykke.»
- De roep van de uil voorspelt ongeluk.
- «Uglens skrik varsler ulykke.»
- overgankelijk waarschuwen
- «Sirenene varsler med en rekke korte støt.»
- De sirenes waarschuwen met een reeks korte tonen.
- «Sirenene varsler med en rekke korte støt.»
- [3,5]: spå
- vars·le
- Afleiding van het Nynorske naamwoord varsel.
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | varsle varsla |
tegenwoordige tijd | varslar |
verleden tijd | varsla |
voltooid deelwoord |
varsla |
onvoltooid deelwoord |
varslande |
lijdende vorm | varslast |
gebiedende wijs | varsl varsla varsle |
vervoegingsklasse | Klasse 1 zwak |
opmerking |
varsle
- overgankelijk aandienen
- overgankelijk aankondigen
- overgankelijk beduiden (orakelen)
- overgankelijk melden
- overgankelijk voorspellen (orakelen)
- overgankelijk waarschuwen
- [3,5]: spå