• op·maak
enkelvoud meervoud
naamwoord opmaak opmaken
verkleinwoord

de opmaakm

  1. (typografie) vormgeving van een grafisch ontwerp
     De opkomst van internet leek het einde in te luiden van Teletekst, het 'oudste nieuwe medium'. De BBC stopte ermee, de Belgische televisie ook. In Nederland bleef het instituut fier overeind. Mede dankzij de Teletekst-app hebben die simpele pagina's met hun saaie opmaak hun plek in het Nederlandse sportlandschap behouden.[2]
     Een van de oprichters van het Amerikaanse softwarebedrijf Adobe is op 81-jarige leeftijd overleden. Met zijn PostScript en het pdf-bestandsformaat ontketende Chuck Geschke een revolutie in het thuisprinten. Zijn software maakte het veel makkelijker plaatjes en opmaak te gebruiken.[3]
vervoeging van
opmaken

opmaak

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opmaken
    • ... dat ik opmaak. 
100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “601, 801, 818: al 40 jaar kan geen sportfanaat zonder Teletekst” (01-04-2020), NOS
  3.   Weblink bron “Vader van een printrevolutie, pdf-ontwikkelaar Geschke overleden” (18-04-2021), NOS
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be