Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • op·ge·daan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van: opdoen…
verbogen vorm: opgedane

opgedaan

  1. voltooid deelwoord van opdoen
stellend
onverbogen opgedaan
verbogen opgedane
partitief opgedaans

Bijvoeglijk naamwoord

opgedaan [1]

  1. van iets immaterieels dat je verworven hebt, meestal gaat het over iets positief bij opgelopen gaat het meestal om iets negatiefs zoals een ziekte
    • De tijdens zijn studie opgedane ervaring is nog steeds heel nuttig voor hem. 
Synoniemen
Antoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen