oorlamsmok
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: oorlamsmok (hulp, bestand)
- IPA: / ˈorlɑmsˌmɔk / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- oor·lams·mok
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | oorlamsmok | oorlamsmokken |
verkleinwoord | oorlamsmokje | oorlamsmokjes |
Zelfstandig naamwoord
- (scheepvaart) (militair) (geschiedenis) beker van tin of blik waarin zeelieden bij de marine in de 19e eeuw hun rantsoen jenever kregen
- ’t Was half twaalf, de tijd van "oorlam", toen de hofmeester van den kommandant met dat nieuwtje uit de kajuit kwam. "De rooie", die juist het oorlamsmokje naar zijn mond wou brengen, stond een ogenblik alsof hij zo "geporterteerd" moest worden. [2]
Opmerkingen
- Het verkleinwoord "oorlamsmokje" was de meer gangbare vorm.
Gangbaarheid
- Het woord 'oorlamsmok' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Matters, J."De rooie" in:eds. Raaf, K.H. de & J.J. GrissEen nieuwe bundel: bloemlezing van Nederlandsche poëzie en proza voor de hoogere klassen van gymnasia, hoogere burgerscholen en voor zelfstudie. Deel 2 9e druk (1939) W.L. & J. Brusse, Rotterdam; p. 91; geraadpleegd 2019-03-01