ontoerekeningsvatbaar
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- on·toe·re·ke·nings·vat·baar
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘niet verantwoordelijk voor zijn daden’ voor het eerst aangetroffen in 1916 [1]
- antoniem van toerekeningsvatbaar met het voorvoegsel on- [2]
Bijvoeglijk naamwoord
ontoerekeningsvatbaar
- (juridisch) niet verantwoordelijk te stellen voor zijn daden, ontoerekenbaar
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord ontoerekeningsvatbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ontoerekeningsvatbaar" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "ontoerekeningsvatbaar" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be