• ont·moe·ting
enkelvoud meervoud
naamwoord ontmoeting ontmoetingen
verkleinwoord ontmoetinkje ontmoetinkjes

de ontmoetingv

  1. het in contact komen met elkaar; de keer dat men contact heeft met elkaar
    • Barman Victor Abeln liet gisteren aan RTL Boulevard weten dat meer dan de helft van de ontmoetingen tijdens het vorige seizoen heeft geleid tot een match. Hij gaat ook in de nieuwe reeks weer drankjes en hapjes serveren aan naar liefde en een relatie hunkerende mannen en vrouwen. [1] 
    • De ontmoeting der twee mannen was voor beiden veel aangenamer dan zij verwacht hadden. [2] 
     Bovendien wilde ik niet al mijn kruit verschieten bij onze eerste ontmoeting, want ik vermoedde dat er nog vele gelegenheden zouden volgen, waarbij ik het voorrecht zou hebben alle details te vernemen van zijn talrijke successen.[3]
  • (sport) vriendschappelijke ontmoeting
100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[4]
  1. Tubantia reikhalzend Kansloze en geslaagde dates voortaan dagelijks op de buis
  2. Bron: Frederik van Eeden
    Van de koele meren des doods
    W. Versluys, Amsterdam 1900
  3. “Grand Hotel Europa” (2018), De Arbeiderspers  , ISBN 978-90-295-2622-7, p. 30
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be