ontmoeting
- Geluid: ontmoeting (hulp, bestand)
- IPA: / ɔntˈmutɪŋ / (3 lettergrepen)
- ont·moe·ting
- Naamwoord van handeling van een Middelnederlandse stam moet met het voorvoegsel ont- en met het achtervoegsel -ing.
- Naamwoord van handeling van ontmoeten met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ontmoeting | ontmoetingen |
verkleinwoord | ontmoetinkje | ontmoetinkjes |
de ontmoeting v
- het in contact komen met elkaar; de keer dat men contact heeft met elkaar
- Barman Victor Abeln liet gisteren aan RTL Boulevard weten dat meer dan de helft van de ontmoetingen tijdens het vorige seizoen heeft geleid tot een match. Hij gaat ook in de nieuwe reeks weer drankjes en hapjes serveren aan naar liefde en een relatie hunkerende mannen en vrouwen. [1]
- De ontmoeting der twee mannen was voor beiden veel aangenamer dan zij verwacht hadden. [2]
- ▸ Bovendien wilde ik niet al mijn kruit verschieten bij onze eerste ontmoeting, want ik vermoedde dat er nog vele gelegenheden zouden volgen, waarbij ik het voorrecht zou hebben alle details te vernemen van zijn talrijke successen.[3]
- ontmoetingsavond, ontmoetingscentrum, ontmoetingsdag, ontmoetingsplaats, ontmoetingspunt, ontmoetingsruimte
- (sport) vriendschappelijke ontmoeting
1. het toevallige samenkomen
1. vriendschappelijke ontmoeting
- Het woord ontmoeting staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ontmoeting" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Tubantia reikhalzend Kansloze en geslaagde dates voortaan dagelijks op de buis
- ↑ Bron: Frederik van Eeden
Van de koele meren des doods
W. Versluys, Amsterdam 1900 - ↑ “Grand Hotel Europa” (2018), De Arbeiderspers , ISBN 978-90-295-2622-7, p. 30
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be