ontluisterend
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: ontluisterend (hulp, bestand)
- IPA: / ɔntˈlœystərənt / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- ont·luis·te·rend
Woordherkomst en -opbouw
- ontluisteren met de uitgang -d
Werkwoord
vervoeging van: | ontluisteren |
verbogen vorm: | ontluisterende |
ontluisterend
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | ontluisterend | ontluisterender | ontluisterendst |
verbogen | ontluisterende | ontluisterendere | ontluisterendste |
partitief | ontluisterends | ontluisterenders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
- van luister of aanzien berovend
- zeer teleurstellend, wanhopig makend
Gangbaarheid
- Het woord ontluisterend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ontluisterend" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
88 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be