onthoofden
- Geluid: onthoofden (hulp, bestand)
- ont·hoof·den
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
onthoofden |
onthoofdde |
onthoofd |
zwak -d | volledig |
onthoofden
- overgankelijk iemand doden door het hoofd van de romp te scheiden
- Het doodsvonnis werd uitgesproken en de scherprechter onthoofdde de veroordeelde.
1. iemand doden door het hoofd van de romp te scheiden
- Het woord onthoofden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "onthoofden" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be