onmerkbaar
- Geluid: onmerkbaar (hulp, bestand)
- IPA: /ɔn'mɛrkbar/
- on·merk·baar
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | onmerkbaar | onmerkbaarder | onmerkbaarst |
verbogen | onmerkbare | onmerkbaardere | onmerkbaarste |
partitief | onmerkbaars | onmerkbaarders | - |
onmerkbaar
- in het geheel niet opvallend
- Deze onmerkbare besmetting leidt uiteindelijk tot een zware ziekte.
1. in het geheel niet opvallend
- Het woord onmerkbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.