• on·merk·baar
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen onmerkbaar onmerkbaarder onmerkbaarst
verbogen onmerkbare onmerkbaardere onmerkbaarste
partitief onmerkbaars onmerkbaarders -

onmerkbaar

  1. in het geheel niet opvallend
    • Deze onmerkbare besmetting leidt uiteindelijk tot een zware ziekte.