• on·ge·so·fis·ti·ceerd
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen ongesofisticeerd ongesofisticeerder ongesofisticeerdst
verbogen ongesofisticeerde ongesofisticeerdere ongesofisticeerdste
partitief ongesofisticeerds ongesofisticeerders -

ongesofisticeerd

  1. simpel en eenvoudig; ongekunsteld
    • De ongesofisticeerde stijl van Dvorak bracht hij zonder te esthetiseren, met een gloedvolle strijkersklank en met al de complexloze energie die nodig is. [1] 
    • Die laatste zin is er naar mijn smaak te veel aan, maar tegelijk is het wel moedig van Gunn om in haar exploratie van het thema ook stem te geven aan deze zeer eenvoudige, ongesofisticeerde wijsheid. [2] 


57 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[3]


  1. De Standaard 14 DECEMBER 2002 Maarten Beirens Een slag in het water
  2. De Standaard 13 MAART 2003 Herman Jacobs Overgangsboek van Kirsty Gunn
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be