ongeschoren gitje

  • (IPA in voorbereiding)
  • on·ge·scho·ren git·je
enkelvoud meervoud
naamwoord
verkleinwoord ongeschoren gitje ongeschoren gitjes

het ongeschoren gitjeo dim. tant.

  1. (tweevleugeligen) Cheilosia barbata   een vliegensoort uit de familie van de zweefvliegen (Syrphidae). De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1857 door Loew