ongepastheid
- on·ge·past·heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ongepastheid | ongepastheden |
verkleinwoord |
de ongepastheid v
- gedrag dat niet netjes is; gedrag dat onbehoorlijk is
1. gedrag dat niet netjes is; gedrag dat onbehoorlijk is
- Het woord ongepastheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Carla de Jong“Geheim leven” (2019), Ambo Anthos, ISBN 9789026346132
- ↑ Weblink bron “Prins Andrew neemt afstand van gedragingen van zijn vriend Epstein” (19-08-2019), NOS