stijlloosheid
- stijl·loos·heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stijlloosheid | stijlloosheden |
verkleinwoord |
de stijlloosheid v
- het stijlloos zijn
- De stijlloosheid van de brutale man zorgde ervoor dat hij de baan niet kreeg.
- Het woord stijlloosheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.