ongelovige thomas
- Geluid: ongelovige thomas (hulp, bestand)
- IPA: / ˌɔŋɣəˈlovəxə ˈtomɑs / (7 lettergrepen)
- on·ge·lo·vi·ge tho·mas
- verbinding van ongelovige en Thomas, geschreven met een kleine letter volgens spellingregel 16.A, omdat het soortnaam is; een eponiem dat verwijst naar de apostel Thomas die volgens het Bijbelverhaal in Johannes 20:25-29 tastbaar bewijs verlangde voordat hij wilde geloven dat Jezus uit de dood was opgestaan [1] [2] [3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ongelovige thomas | ongelovige thomassen |
verkleinwoord | - | - |
de ongelovige thomas m
- (pejoratief) iemand die niet wil geloven waarvan anderen overtuigd zijn
- ▸ Uiteraard telt het dorp ten minste één ongelovige thomas die het hele schouwspel maar verdacht vindt: ‘Alleen God kan wonderen doen!’[4]
- ongelovige Thomas (officiële spelling tot 2006)
- Het woord ongelovige thomas staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ ongelovige thomas op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron “Brave Hendrik / brave Hendrik / brave hendrik (hoofdletters?)” op taaladvies.net
- ↑ Weblink bron Sven VitseBoeken : Veeleer kan gezegd worden dat het ons duizelt, MER, Gent in: Dietsche Warande en Belfort., jrg. 151 nr. 4 (september 2006), p. 667