ongehinderd
- Geluid: ongehinderd (hulp, bestand)
- on·ge·hin·derd
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | ongehinderd | ongehinderder | ongehinderdst |
verbogen | ongehinderde | ongehinderdere | ongehinderdste |
partitief | ongehinderds | ongehinderders | - |
ongehinderd
- zonder belemmering
- De rechercheur kreeg ongehinderde doorgang naar de plaats van het misdrijf.
- Een ongehinderde loop van het recht is een belangrijk vereiste voor de rechtstaat.
- Het woord ongehinderd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.