• on·der·maat
enkelvoud meervoud
naamwoord ondermaat ondermaten
verkleinwoord

de ondermaatv / m

  1. (scheikunde) hoeveelheid van een reactant die minder dan de stoichiometrische verhouding in een reactiemengsel vertegenwoordigt
     Met KOBr, kan men twee produkten verkrijgen; met een ondermaat bij lage temperatuur, ontstaat hydrazine:
    CO(NH2)2→ NH2 CONKBr → NH2 CON → (NH2)2 + CO2
    met een overmaat en bij hoogere temperatuur ontstaat onmiddelijk [sic] N2, CO2 en H2O.
    [2]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Böeseken, J.
    “Overzicht der zoolzuur- en cyaanderivaten” (1930), Waltman