Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: onderhavig

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·der·he·vig
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘lijdende aan’ voor het eerst aangetroffen in 1265 [1]
  • Samenstellende afleiding van onder en de stam van hebben met het achtervoegsel -ig [2]
stellend
onverbogen onderhevig
verbogen onderhevige
partitief onderhevigs

Bijvoeglijk naamwoord

onderhevig

  1. ~ aan iets: door iets medebeïnvloed of -bepaald
    • De hieraan onderhevige gegevens werden verwijderd uit het bestand. 
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden

Aan slijtage onderhevig zijn.

Vertalingen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen