onbloedig
- on·bloe·dig
stellend | |
---|---|
onverbogen | onbloedig |
verbogen | onbloedige |
partitief | onbloedigs |
onbloedig [1]
- zonder dat men een bloedende wond maakt; zonder bloedverlies
- zonder bloedvergieten
- ▸ Sharif (58) was met een toestel van Pakistan International Airlines (PIA) uit Londen naar Islamabad gevlogen, om bij de op stapel staande presidentsverkiezingen de degens te kruisen met president Pervez Musharraf, de man die hem op 12 oktober 1999 bij een onbloedige staatsgreep van de macht had verdreven.[2]
- [2] geweldloos
- Het woord 'onbloedig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "onbloedig" herkend door:
30 % | van de Nederlanders; |
32 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Vroegere Pakistaanse premier Sharif weer verbannen (update)” (10/09/2007), De Standaard
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be