Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·weld·loos
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen geweldloos geweldlozer geweldloost
verbogen geweldloze geweldlozere geweldlooste
partitief geweldloos geweldlozers -

Bijvoeglijk naamwoord

geweldloos

  1. zonder geweld, vreedzaam
    • Het geweldloze verzet van de demonstranten veroorzaakte een zeer geweldadige reactie van de politie. 

geweldloos

  1. partitief van de stellende trap van geweldloos
    • Dat is iets geweldloos... 

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be