onbezorgdheid
- on·be·zorgd·heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | onbezorgdheid | onbezorgdheden |
verkleinwoord | onbezorgdheidje | onbezorgdheidjes |
de onbezorgdheid v
- (psychologie) onbekommering wegens iets dat al of niet zal of kan gebeuren
- Het woord onbezorgdheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.