Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·be·scha·digd
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen onbeschadigd onbeschadigder onbeschadigdst
verbogen onbeschadigde onbeschadigdere onbeschadigdste
partitief onbeschadigds onbeschadigders -

Bijvoeglijk naamwoord

onbeschadigd

  1. niet kapot en dus zonder schade
    • Oude onbeschadigde platen asbestcement vormen geen gevaar zolang ze in goede staat verkeren omdat de asbestvezels vast zitten in het cementmengsel. Echter bij het bewerken zoals boren, snijden en breken van de platen zullen deeltjes vrijkomen. 
Verwante begrippen
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be