Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·be·ïnvloed·baar
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen onbeïnvloedbaar onbeïnvloedbaarder onbeïnvloedbaarst
verbogen onbeïnvloedbare onbeïnvloedbaardere onbeïnvloedbaarste
partitief onbeïnvloedbaars onbeïnvloedbaarders -

Bijvoeglijk naamwoord

onbeïnvloedbaar

  1. onverstoorbaar, immuun voor invloeden van buiten af
    • Helaas voelen veel onderzoekers er zich zeer wel bij, en maken zij zichzelf wijs dat zij onbeïnvloedbaar zijn. Dit is echter aantoonbaar (en voorspelbaar) onjuist gebleken. Een brede discussie over dit urgente probleem is dus dringend nodig.[1] 
Antoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. E.J. Dorhout Mees 15 april 2004