omdraaiing
- Geluid: omdraaiing (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɔmdrajɪŋ / (3 lettergrepen)
- om·draai·ing
- naamwoord van handeling omdraaien ww met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | omdraaiing | omdraaiingen |
verkleinwoord | - | - |
de omdraaiing v
- verandering waarbij iets een halve slag om zijn as wentelt, rotatie van 180°
- ▸ Zo’n omdraaiing van het magnetisch veld gebeurt gemiddeld eens in de 450.000 jaar, de laatste keer was 780.000 jaar geleden.[1]
- omkering van een volgorde
- (figuurlijk) eenvoudige verandering waardoor een toestand of redenering opeens een tegenovergesteld resultaat oplevert
- ▸ De nummers waarbij zangeres Audrey Gbaguidi op de voorgrond trad, zorgden voor een verrassende omdraaiing van de afrobeat die traditioneel door achtergrondzangeressen wordt opgevrolijkt. In Allens versie klonk er nu een laag brommend mannelijk achtergrondkoor.[4]
- ▸ Het scenario blijft daarbij wat een de ‘magere’ kant. Eén langgerekte grap die draait om de omdraaiing dik is goed, dun is slecht.[5]
- Het woord omdraaiing staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron Michiel van Nieuwstadt“Magnetische zuidpool blijft bewegen” (19 januari 2013) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Berthold van Maris“Laattaarts – de aantrekkingskracht van achterstevorentaal” (15 mei 2020) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Nelleke BenschopReacties : Volgorde in tellen in: Onze Taal., jrg.g 61 nr. 5 (mei 1992), Genootschap Onze Taal, Den Haag, p. 94
- ↑ Weblink bron Leendert van der Valk“Intens genot bij Allens afrobeat” (12 november 2012) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron André Waardenburg“Dik Trom is tegenwoordig pure camp” (24 november 2010) op nrc.nl