oeverlibellen
- (IPA in voorbereiding)
- oe·ver·li·bel·len
- samenstelling van oever zn en libellen zn
- oeverlibelle zn met de uitgang -n
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | oeverlibellen | |
verkleinwoord |
de oeverlibellen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord oeverlibelle
- meervoudsvorm als officiële benaming (libellen) Orthetrum een geslacht van echte libellen (Anisoptera) uit de familie van de korenbouten (Libellulidae)
- [2] beekoeverlibel, epauletoeverlibel, geeladeroeverlibel, gewone oeverlibel, kleine oeverlibel, lange oeverlibel, slanke oeverlibel, witpuntoeverlibel, woestijnoeverlibel, zuidelijke oeverlibel
- Het woord 'oeverlibellen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.