• (IPA in voorbereiding)
  • oe·ver·kruid
enkelvoud meervoud
naamwoord oeverkruid
verkleinwoord

het oeverkruido [1]

  1. (bloemplanten) Littorella uniflora   een vaste plant die behoort tot de weegbreefamilie (Plantaginaceae  ). Het vlezige, onbehaarde, stengelloze lijnvormige blad is aan de top priemvormig. Het is 5–10 cm lang en op doorsnee 1–2 mm dik. Bovenaan is het vlak en maar de voet toe gootvormig. Met een brede bladschede staat het in een wortelrozet. De planten vormen met hun 15 cm lange uitlopers een dichte mat op de grens van water en oever